Mentorschap is een wettelijke beschermingsmaatregel voor mensen die niet goed voor hun eigen zorgbelangen kunnen opkomen. Een mentor wordt ingezet als niemand in de nabije omgeving van de cliënt deze belangen kan behartigen en wordt aangesteld door de rechter.
Mentorschap
Een mentor behartigt de persoonlijke, niet-financiële belangen. Wij staan naast de cliënt en kijken wat de behoefte is op zorggebied. We zijn aanwezig bij gesprekken met de zorgaanbieder, leggen het medische beleid vast samen met de arts, bespreken het zorgplan en controleren of de doelen hieruit worden behaald. Een mentor heeft een regiefunctie en zet in op de kwaliteit van de zorg én leven voor de cliënt.
Er heerst regelmatig verwarring over de rol en verantwoordelijkheid van een professionele mentor. Een professionele mentor is geen maatje of begeleider. Dat betekent dat wij niet meegaan met uitstapjes en geen kleding of verzorgingsartikelen kopen. Ook gaan we niet met ieder doktersbezoek mee ter begeleiding. Tenslotte houden de mentoren zich afzijdig van de financiën want daarvoor zijn bewindvoerders en zijn we niet bevoegd om onze cliënten in te schrijven bij de gemeente.
Waarom een mentor van Mentorschap Wolvega?
Met onze ervaring en achtergronden in de zorg weten we wat er “te koop” is. Wij streven naar een goede band met de client. We willen de client vanuit een vertrouwensrelatie bijstaan en daar waar het kan zoveel mogelijk samen beslissingen te nemen.
Mentorschap Wolvega biedt professioneel mentorschap voor kwetsbare mensen. Een mentor komt op voor de belangen van een volwassene die daar (tijdelijk) niet zelf voor kan opkomen. Bijvoorbeeld voor mensen met dementie, mensen met een verstandelijke beperking, psychiatrische of comateuze patiënten. Een mentor wordt aangesteld als er geen familieleden of andere naasten zijn die de taak namens deze persoon kunnen uitvoeren.
Een mentor neemt met de betrokkene beslissingen over:
– Begeleiding
– Behandeling
– Verpleging
– Verzorging
De mentor is geen eerstelijnshulpverlener maar een regisseur van de zorg voor de betrokkene, die pas in deze rol in actie komt wanneer dat nodig is. De mentor stelt bijvoorbeeld in samenspraak met de behandelaar het zorgplan vast, maar de uitvoering van de zorg behoort niet tot de taken van de mentor.
Daarna wordt als het ware over de schouder van de behandelaar meegekeken of de behandeling, verpleging en/of verzorging correct wordt uitgevoerd. De cliënt wordt zoveel mogelijk bij het behandelplan betrokken.